Te bewijzen : | ||
m.a.w. | ||
Bewijs : | ||
Deel I : |
Voor de kleinste n-waarde, nl. 2 is LL < RL → O.K. |
Deel II : | Gegeven : | ( I.H.) |
Te bewijzen : | ||
Bewijs : | ||
__ | ||
__ | ||
__ | ||
__ | ||
__ | ||
__ | ||
__ = RL Q.E.D. | ||
In een ongelijkheid van de vorm a < b− c d mag je "straffeloos" het rechterlid groter maken. Dit kan je doen door −c d groter te maken, m.a.w. c d kleiner te maken. Als c en d positief zijn kan je c d kleiner maken door d weg te laten als d > 1. Hier speelt de breuk de rol van d en die breuk is duidelijk groter dan 1 |